Preek zondag 30 augustus 2015

Eén ding hebben wij maar nodig,

leer ons, Heer, dat in te zien.

 

De wereld staat in brand’ zeggen we. En dat is wel zo ongeveer het understatement van vandaag. Wie de krant opslaat of het televisiejournaal bekijkt, ziet elke dag nieuwe ellende die dat van de vorige dag weer lijkt te overtreffen.

In talkshows en krantenanalyses wordt nijver gezocht naar oplossingen. Naar benaderingswijzen die de ellende een halt toeroepen. En menige politieke partij roept dat zij het programma heeft waaraan we met z’n allen behoefte hebben.

 

Als je ziet hoezeer vandaag de dag het Midden-Oosten als brandhaard van de wereld het nieuws beheerst kun je je als christen niet onttrekken aan de observatie dat het beslist gaat om Gods volk –Israel, – en om de toekomst die God tegemoet gaat met zijn volk.

 

En als er bij al de ellende een ding toch duidelijk is, is dat wel dat we misschien heel veel hebben, maar dat we de Heer Jezus kwijt zijn. Over God praten lukt nog wel en dat wordt ook wel getolereerd. Maar dat Zijn Zoon naar de aarde kwam? Het gesprek is dan meestal snel ten einde.

 

Laten wij vandaag eens kijken naar wie de heer Jezus is. We lezen eerst een aantal teksten over Hem. En zoomen dan in op een zevental van zijn eigenschappen.

 

Job 28, 3 – 23 Waar vind je wijsheid?

De mens onderzoekt alles. Pleegt mijnbouw. Brengt wat verborgen is aan het licht. Wil alles snappen. Er is echter toch iets wat de mens mist:

Maar de wijsheid, waar is zij te vinden,- waar wel is de woonplaats van het verstand? Geen sterveling kent haar waarde,- ze is niet te vinden in het land der levenden. Goud noch glas zijn met haar te vergelijken,- zij is niet te ruil voor een gulden kleinood.

Bij wie moet je wezen voor wijsheid?

God is het die haar weg verstaat,- hij alleen weet haar woonplaats.

 

Kijk, daar gaat het dus om. Als Johannes de Doper naar Jezus wijst en zegt ‘Zie het lam van God,’ zijn er twee discipelen die dat horen en ze volgen Jezus. Jezus zegt dan tegen hen ‘Wie zoeken jullie?’. En zij antwoorden met ‘Rabbi, waar woont U?’ En Jezus zegt ‘Kom en zie!

Dat is het cruciale punt van heel de wereldgeschiedenis. We kunnen lang praten over wat er deugt of vooral niet deugt. De werkelijkheid trekt zich daar maar bar weinig van aan. We kunnen het veel beter hebben over Hem die Deugt! Over de Heer Jezus. Kom en zie!

 

Spreuken 8, 12 – 31 De Wijsheid is eeuwig. En spreekt.

De wijsheid komt van God. En is van voor alle tijden. Ik, wijsheid, 
woon samen met schranderheid,- en ben als gezellin van bezonkenheid te vinden;…….. ik wandel 
op het pad van gerechtigheid,-

midden op de banen van recht; om wie mij liefhebben te bedélen met wat ís,- hun schatkamers te vullen!

De Ene 
heeft mij bereid 
als begin van zijn weg,- vooraf aan zijn werken sinds toen; een eeuwigheid geleden ben ik ingezet, sinds het begin, sinds de voortijden van de aarde;

 

1 Kor. 1, 30 De Wijsheid is een Persoon

Christus Jezus, die ons van Godswege tot wijsheid is geworden,

Koningen en rechters van de aarde’ zouden zich moeten laten onderwijzen en verstandig handelen (Psalm 2, 10). Maar dat doen ze niet in Den Haag, Brussel of waar dan ook. Eigen ideeën, filosofieën en partijprogramma’s staan voorop.

 

Maar voor ons christenen is de toekomst – het eeuwig leven! – al begonnen. Als we Christus kennen, bezitten we zijn wijsheid. De wijsheid van de ‘God van Abraham, God van Izaäk, God van Jakob, niet der filosofen en geleerden.

 

Spreuken 9, 1 Wijsheid heeft haar huis gebouwd,- zij heeft zich zeven zuilen uitgehakt.

De wijsheid van boven rust op zeven pilaren. We lezen daarover in

 

Jacobus 3, 17 maar de wijsheid van bóven is allereerst rein, en dan ook vreedzaam, welwillend, voor rede vatbaar,- vervuld van barmhartigheid en goede vruchten, onpartijdig en ongeveinsd;

 

rein,

De heer Jezus is rein, als ooit het paaslam (Ex 12). Hem kleeft geen enkel vuil aan. Hij is anders en mooier dan wie dan ook. Psalm 45, 3 Schoner dan al Adams zonen werd jij,

 

en dan ook vredelievend,

vréde laat ik u na, míjn vrede is het die ik u geef,

 

welwillend,

Hoe ontroerend zegt hij (Hebr. 10, 9) ‘zie, ik kom om uw wil te doen o God!’.

 

voor rede vatbaar,

De heer Jezus luistert echt als we met hem spreken. Als de Kananese vrouw (Matth. 15) van Jezus te horen krijgt dat hij alleen voor de verloren schapen van Israel is gekomen en dat het niet fraai is om het brood van de kinderen aan de hondjes te geven antwoordt de vrouw gevat zeker, heer; maar ook eten de hondjes van kruimels die vallen van de tafel van hun heren! En Jezus geneest haar dochter. Voor ons is dat een grote troost! We mogen echt alles, al onze twijfel en ons onbegrip, aan Jezus zeggen. Hij luistert absoluut onbevooroordeeld.

 

vervuld van barmhartigheid en goede vruchten,

Johannes 17 beschrijft de gemeente als het cadeau van God aan de heer Jezus, met de zeven maal herhaalde woorden hen die gij mij hebt gegeven. Maar anderzijds is Christus ook Gods cadeau aan de gemeente, met Ef. 1, 22 en hem heeft hij als hoofd gegeven over heel de gemeente. Deze over-en-weer complementariteit levert een flonkering op die uitgaat boven die van edelstenen en koralen. Job 28, 18 Aan bloedkoraal en bergkristal 
is niet te denken,- het ophalen van wijsheid gaat parels te boven.

 

onpartijdig

In dit ondermaanse is onpartijdigheid ver te zoeken. We hebben allemaal zo onze belangen. Maar de heer Jezus had allen het belang van God en van ons mensen op het oog. Niet dat van hemzelf. Als Mozes (Ex 33) pleit voor het volk Israel en God zich laar verbidden (Hij is voor rede vatbaar), dan vraagt Mozes de heerlijkheid van God te zien. Maar snappen kan hij het niet. Evenmin als later Elia. Op de vlucht voor Izebel verliest hij alle moed. En God toont zich aan hem (1 Kon 19), in het suizen van een zachte stilte. Maar snappen?

Tijdens de verheerlijking op de berg (Matth. 17) spreekt de heer Jezus met de beide grote Godsmannen uit het oude testament. Hij spreekt met hen over zijn lijden. Over rechtvaardigheid die straf verlangt voor de zonde. En genade die vrijgeleide bepleit. En over Gods wijsheid, die aan allebei voldoet. Zodat aan de eisen van de Wet volkomen wordt voldaan. Door God zelf. Zodat de zondaar toch blijft leven. Christus, als de onpartijdige Alwijze, loste werkelijk volmaakt het probleem van de zonde op.

 

en ongeveinsd

In de heer Jezus woont (Kol 2, 9) heel de volheid van de Godheid lichamelijk. Elk woord, elke daad en elke stap van de heer Jezus was een afdruk van Jahweh. Het verlossingswerk is absoluut volbracht. De heer Jezus deed niet alsof. Veinsde niet. Altijd kunnen wij bij hem aankloppen.

 

De toekomst is begonnen

 

Voor ons christenen is de toekomst begonnen. Omdat de heer Jezus de dood heft overwonnen. Het is nodig dat de wereld dat hoort en gaat geloven. Want wij zijn al bij hem. En zullen door hem worden opgehaald voor de grote verdrukking losbarst. Zoals Eva al voor de zondeval bij Adam hoorde, zo complementeert de gemeente Christus (Ef. 1).

 

En we moeten erkennen dat de ellende van vandaag de dag niet kan worden opgelost met onze menselijke inspanningen. Het is al volbracht! Of we accepteren Gods redding, of we zijn reddeloos verloren. We moeten ophouden met verbeteren en aanpassen. We moeten ons aansluiten bij Hem.

 

En dan is er brood en wijn. Als Abram (Gen.14) een grote veldslag wint, wil de koning van Sodom hem uit dankbaarheid geschenken geven. Abram weigert die. Maar als Melchizedek – koning der gerechtigheid, priester van God de Allerhoogste – Abram brood en wijn aanbiedt – koninklijk voedsel toentertijd – eert Abram Melchizedek en geeft hem een tiende deel van wat hij in de oorlog buit maakte. Laten wij zo de Vader aanbidden, en Hem zeggen Wie de heer Jezus voor ons is en hoezeer we Hem bewonderen: Hij, de Wijsheid van God. Spreuken 9, 6 laat versimpelingen achter en leeft,- betreedt de weg van verstand;

 

Dan laat ik hetgeen overbodig is gaan,
neem Jezus als Enige nodige aan.

Ria Borkent, 1997, Kok,
Een schaal met water’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *