Een profeet uit je kring, uit je broeders, zoals ik, De geschiedenis van de verheerlijking op de berg hoort tot de heel bekende uit de bijbel. We lezen Mattheüs 17: 1 – 13. Verbluffende gebeurtenissen voor Petrus, Jakobus en Johannes. Met Jezus lopen ze een hoge berg op. En plotseling verandert hun Heer van gedaante: zijn aanschijn straalt als de zon, en zijn kleren worden wit als het licht. En – nauwelijks minder bijzonder – Mozes en Elia verschijnen en praten met Jezus. Waarom deze twee oudtestamentische grootheden op dit moment? • Mozes was de man die het volk Israël Gods Wet bracht. En die Wet zei: als je je aan deze Wet houdt, kom je bij God uit! • Elia leefde in een tijd dat de Wet compleet verdwenen was (zie 1 Kon 16: 25!) uit het openbare leven in Israël. Elia gaf aan het volk de Wet van God weer terug. De Heer Jezus stond op het punt om naar Jeruzalem te gaan om het paasfeest te vieren. En op dat paasfeest zou Hij worden gevangengenomen, gekruisigd en gedood. Hij zou daarmee de Wet die niemand had kunnen houden vervullen. Alles wat de Wet verlangde van alle mensen zou hij volkomen vervullen. Zoals het oude testament schreef: geen tittel of jota zou verloren gaan. De Wet die de grote godsmannen Mozes en Elia gaven en weer tevoorschijn haalden ging Hij voleindigen. In de Heer Jezus is aan alle eisen van de Wet ten volle voldaan. Petrus, die heel wel voelt dat zich hier een grootse gebeurtenis voltrekt, wil het moment vasthouden. En stelt voor drie tenten te bouwen. Maar hij wordt onderbroken (:5) Terwijl hij nog spreekt, zie, een lichtende wolk overschaduwt hen; en zie, vanuit de wolk een stem die zegt: dit is mijn zoon, de geliefde, in wie ik welbehagen heb: hoort naar hém. God zelf komt in een wolk (plaats van Gods aanwezigheid in het oude testament) naar Zijn zoon toe. Wijst op Zijn Zoon. Op het moment dat aan de eisen van Zijn Wet voldaan gaat worden door Zijn eigen Zoon kan God niet meer zwijgen! Zijn Zoon is Hem alles! En dat roept God uit in even intieme als krachtige woorden. Luister naar Hem, van wie al Mijn heerlijkheid uitgaat en op wie al Mijn luister rust! Hoe kijkt God naar u en mij? Het klinkt misschien ongelooflijk: maar dat is op precies dezelfde manier. God kijkt naar ons als naar Zijn geliefde kinderen. Henri Nouwen (1932 – 1996) heeft dat in 1992 in drie preken onder de titel “U bent geliefd” op ontroerende wijze onder de aandacht gebracht. ‘Mensen zijn veelal op zoek naar het antwoord op de vraag: wie ben ik? Het antwoord dat wij van nature vinden luidt vaak als volgt: • ik ben wat ik doe (of gedaan heb); • ik ben wat anderen over mij zeggen of • ik ben wat ik heb. Dit is allemaal echter zeer fragiel: als iemand iets negatiefs zegt, of als je rijkdom vergaat, dan voel je je minder. Als alles goed lijkt te gaan, dan voel je goed. Dan ben je iemand. Je zwabbert heen en weer tussen je goed voelen en je minderwaardig voelen. Toch proberen we zoveel mogelijk boven de lijn te blijven en te overleven, echter dit kost ons veel energie. En uiteindelijk zullen we allemaal sterven en is dood echt dood. Niemand praat meer over je, je hebt niets meer, je kunt niets meer doen. Je verliest het allemaal. Het eindigt in niets. ‘Nee’, zegt Jezus: ‘wij zijn Gods geliefde kinderen, nog voordat we iets kunnen doen.’ Jezus hield vast aan die waarheid en voor Hem maakte het dan ook niet uit of mensen positief over Hem praatten, of Hij rijk was en of Hij goede dingen deed. Nee, Hij was een geliefd kind, omdát Hij een geliefd kind was. En dit geldt ook voor ons! En als we daarin gaan geloven, dan wordt die cirkel van die wetenschap steeds groter, tot het ons hele leven zal voeden. En dan maken de andere drie punten onze identiteit niet meer uit. Dan kun je vrij leven en van anderen houden. ‘En wij allen, die met onbedekt aanschijn de heerlijkheid des Heren weerspiegelen, worden naar datzelfde beeld van gedaante veranderd, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dat is door de Heer die Geest is. (2 Kor 3:18)’ Tegelijk is het belangrijk in gedachten te houden dat dit niet van de ene op de andere dag gebeurt, maar steeds meer en meer; het is een groeiproces, wat voeding nodig heeft vanuit de Bijbel, vanuit gebed en tijd met God en door anderen heen.’ zal de Ene, je God, voor jou doen opstaan; naar hem zult ge horen!- Deut. 18: 15 |