0 false 21 18 pt 18 pt 0 0 false false false /* Style Definitions */ table.MsoNormalTable {mso-style-name:Standaardtabel; mso-tstyle-rowband-size:0; mso-tstyle-colband-size:0; mso-style-noshow:yes; mso-style-parent:””; mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt; mso-para-margin:0cm; mso-para-margin-bottom:.0001pt; mso-pagination:widow-orphan; font-size:12.0pt; font-family:”Times New Roman”; mso-ascii-font-family:Cambria; mso-ascii-theme-font:minor-latin; mso-fareast-font-family:”Times New Roman”; mso-fareast-theme-font:minor-fareast; mso-hansi-font-family:Cambria; mso-hansi-theme-font:minor-latin;}
want beproefd in wat hij heeft geleden
We zingen het wel eens makkelijk: “Gij zult in d’allergrootste pijn met mij zijn.” Als het goed met je gaat kun je op afstand altijd nog met een ander meelijden. Je kunt je haar of zijn moeite wel indenken.
Maar als lijden je persoonlijk treft wordt het anders. Dan is lijden geen theoretisch concept meer. Dan gaat het om de vraag: waar is God in mijn leven?
‘het is gemakkelijk gezegd dat je gelooft dat een touw sterk genoeg zolang je het gebruikt om er een pakje mee dicht te binden.
Maar veronderstel dat je aan dat touw boven een afgrond moest hangen. Zou je niet dan pas werkelijk ervaren hoever je vertrouwen gaat?’
C.S. Lewis, Verdriet, Dood en Geloof
Laten we eerst eens kijken wat de bijbel ons laat zien van het grote politieke wereldgebeuren. We lezen de krant en kijken televisie. En de gebeurtenissen worden door deskundigen voor ons geduid, zoals dat zo fraai heet. Maar is dat alles wat er is?
In Daniel 10 wordt ons een blik gegund in de wereld die achter de zichtbare gebeurtenissen schuil gaat. Er is een strijd tussen God met z’n engelen en Satan met zijn trawanten. Achter het gebeuren in Nebukadnezars koninkrijk gaat een hele geestelijke wereld schuil.
Satan oefent zijn macht uit op aarde. Door Adams val is de wereld in de invloedssfeer van Satan gekomen. En God laat een en ander toe. God grijpt niet keihard in. God laat in deze genadetijd alle mensen nog de kans om zich tot Hem te wenden.
Maar aan de andere kant loopt het God niet uit de hand. Hij past al de gebeurtenissen in in Zijn grote plan. Als Nebukadnezar in Daniel 4 zijn grootheidswaanzin de vrije loop laat maakt God ‘m krankzinnig. Maar als Nebukadnezar weer bij zinnen komt prijst hij God en erkent hij dat God almachtig is en dat Hem niets uit de hand loopt (4: 35). En God bereikt Zijn doel.
De vraag blijft echter overeind staan: waarom laat God zijn engel 21 dagen vechten? Waarom regelt God een en ander niet eventjes in een split second?
De vraag is of wij mensen ooit God kunnen narekenen. Gods inzicht is van zo’n andere orde, dat Zijn besluiten voor ons nooit zijn te analyseren. In het boek Job wordt dat onder woorden gebracht: Zie, God is groot en niet te kennen,- het getal van zijn jaren niet te doorvorsen. En de Almachtige, wij zullen hem niet bereiken, te groot van kracht,- en recht, overvloedig in gerechtigheid, die hij niet buigt.
Bij Job ging het niet om het grote wereldgebeuren, maar het ging om het lijden in zijn eigen leven. God laat dingen toe, en de Satan kan zijn gang gaan (binnen Gods grenzen).
Aan de ene kant zie je hoe de duivel Job met list probeert te verleiden om God vaarwel te zeggen. En even later weer dreigt satan met grof geweld. In het leven van Jozef zie je hetzelfde patroon ook weer. En ook hier geldt: God bereikt Zijn doel. Het loopt Hem niet uit de hand.
In Efeze hoofdstuk 6 beschrijft Paulus de geestelijke wapenrusting. Heel opmerkelijk is dat die wapenrusting bestaat uit onderdelen waarmee je je kunt verdedigen. In onze geestelijke strijd is aanvallen kennelijk niet wat God van ons vraagt. Nee, een en andermaal luidt het
6: 11 Bekleedt u met de wapenrusting van God, opdat ge kunt standhouden
6: 13 Neemt daarom aan: de wapenrusting van God, opdat ge weerstand kunt bieden
6: 14 Houdt dan stand
Er gebeuren in ons leven dingen die we niet begrijpen. Maar laten we ervan overtuigd zijn dat het God niet uit de hand loopt. En laten we ons vasthouden aan de wonderlijke tekst uit Romeinen 8: 28: Wij weten dat voor wie God liefhebben hij alles doet mede-werken ten goede,- voor wie naar zijn voornemen geroepen zijn;
Wij zijn tevoren ……. bestemd tot mede-gestalten van het beeld van zijn zoon, opdat deze zal zijn eerstgeborene onder vele broeders-en-zusters. God geeft ons als broers en zusters aan zijn Zoon. Dat is het doel van de schepping. Gods naaste familie zijn wij. En dat doel ontsnapt God niet. Integendeel: Hij werkt eraan om dat doel met en voor ons te realiseren. Door lijden heen, soms.
kan hij hen die beproefd worden te hulp komen.