0 false 21 18 pt 18 pt 0 0 false false false /* Style Definitions */ table.MsoNormalTable {mso-style-name:Standaardtabel; mso-tstyle-rowband-size:0; mso-tstyle-colband-size:0; mso-style-noshow:yes; mso-style-parent:””; mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt; mso-para-margin:0cm; mso-para-margin-bottom:.0001pt; mso-pagination:widow-orphan; font-size:12.0pt; font-family:”Times New Roman”; mso-ascii-font-family:Cambria; mso-ascii-theme-font:minor-latin; mso-hansi-font-family:Cambria; mso-hansi-theme-font:minor-latin; mso-ansi-language:NL; mso-fareast-language:EN-US;}
tot jou zal worden geroepen:
Teksten die je al honderd keer las kunnen je soms treffen alsof je ze nooit eerder zag. Zo een tekst bijvoorbeeld is Joh. 1: 17: hoewel de Wet door Mozes is gegeven geschiedt ‘de genade en de waarheid’ door Jezus Christus.
Johannes schrijft zijn evangelie vanuit Gods perspectief. Het gaat om Gods tussenkomst. Heel weinig wordt er gesproken over mensen die met hun vragen en behoeftes naar Jezus gingen voor een antwoord. In Johannes is alles de werking van God. Met Johannes 1: 17 geeft de auteur dat statement klip en klaar af. Johannes onderstreept dat het tijdperk van de genade uitgaat boven het tijdperk van de wet. De wet geeft weer wat Gods standaard is. De genade biedt hulp aan zodat we Gods wil kunnen doen. En we moeten het niet zo zien dat de wet ‘fout’ was en de genade ‘goed’ is. Het is eerder zo dat de wet ‘goed’ is en de genade ‘nog beter.’
Je vindt dat prachtig geïllustreerd in de eerste wonderen die geschiedden in beide periodes:
• Bij de eerste plaag in Egypte veranderde Mozes water in bloed (Ex. 7: 14 – 20);
• Het eerste wonder van Jezus maakt melding van de verandering van water in wijn (Joh. 2: 1 – 11).
Johannes maakt heel duidelijk dat genade boven wet staat en gaat. De wet met zijn vele regels leidde ertoe dat elk mens zijn onmacht moest erkennen om de wet te houden en zo de zaligheid te verdienen. Genade geeft de zaligheid en is voor de ontvanger gratis. Genade omschrijft het woordenboek met ‘onverdiende gunst.’ Een prachtige omschrijving.
Een paar weken geleden hoorden we uit de Joodse huwelijkstraditie over de bruid die wacht op haar bruidegom.
Maar andersom geldt dat ook . Welke gelukkig gehuwde man herinnert zich niet hoe hij uitzag naar de dag dat ‘ie zijn verloofde zou gaan trouwen. Een moment dat in he geheugen staat gegrift. Dat je je bruid mag halen.
In de genoemde Joodse traditie was het de vader van de bruidegom die bepaalde wanneer het de tijd was voor zijn zoon om zijn bruid te halen.
Zo s het ook met de Heer Jezus, die niets liever wil dan zijn bruid – de gemeente – bij zich thuis halen. Maar ook dan is het God de Vader die het tijdstip aangeeft (Hand 1: 6 – 7): Zij dan, samengekomen,
hebben hem de vraag gesteld en gezegd: heer, gaat u in déze tijd voor Israël het koningschap herstellen? Hij zegt tot hen: het is niet aan u de tijden of momenten te kennen die de Vader in de eigen volmacht heeft gesteld;
Maar waarom dan nog gewacht? Is God traag met nakomen van wat Hij beloofde? 2 Petrus 3: 8 – 9:
Maar dit ene mag u niet ontgaan, geliefden, dat bij de Heer één dag is als duizend jaren en ‘duizend jaren als één dag’ (Ps. 90,4). De Heer is niet traag met wat is aangekondigd, hoewel sommigen het traagheid achten,maar hij is lankmoedig jegens u, omdat hij niet wil dat sommigen verloren gaan; nee, dat allen tot bekering komen.
God wacht nog omdat Hij wil dat allen tot bekering komen. Het is geen uitstelgedrag of vergeetachtigheid. Maar een uiting van Gods liefde voor ons mensen. Van Zijn genade, waarover Johannes sprak.
En dat illustreert Openbaring 22 prachtig. In vers 20 lees je wat de Heer Jezus het liefste wil: Hij die dit betuigt zegt: ja, ik kom spoedig! Hij wil niets liever dan zijn bruid ophalen. Dat is zijn ultieme verlangen.
‘langgezochte’, ‘stad-nooit-verlaten’!