0 false 21 18 pt 18 pt 0 0 false false false /* Style Definitions */ table.MsoNormalTable {mso-style-name:Standaardtabel; mso-tstyle-rowband-size:0; mso-tstyle-colband-size:0; mso-style-noshow:yes; mso-style-parent:””; mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt; mso-para-margin:0cm; mso-para-margin-bottom:.0001pt; mso-pagination:widow-orphan; font-size:12.0pt; font-family:”Times New Roman”; mso-ascii-font-family:Cambria; mso-ascii-theme-font:minor-latin; mso-hansi-font-family:Cambria; mso-hansi-theme-font:minor-latin; mso-ansi-language:NL; mso-fareast-language:EN-US;}
naar het goede te verlangen en het kwade aan te hangen,
Christenen zijn mensen die van hun zonden zijn verlost. Omdat De geheel Andere alle zonde op Zich nam. Dat zou je kunnen betitelen als ‘Redding 1A.’ ‘Redding 1B’ is dan de andere kant: christenen zouden dan ook de zonde moeten nalaten. Want dat is wat De Redder graag wil zien.
In het evangelie naar Mattheüs lezen we het geslachtsregister van Jezus. Dat register volgt in dit evangelie de koninklijke lijn. Jezus, die Christus wordt genoemd, werd geboren in het gezin van Jozef (afstammeling van koning David) en Maria.
In dit geslachtsregister vallen de vijf vermelde vrouwen op. In hun omstandigheden zien we de stadia terug die wij als gelovige christenen passeren:
Tamar
is de schoondochter van Juda, (zoon van Jacob). God brengt haar man Er ter dood en Tamar was kinderloos. Onan weigert vervolgens het zwagerhuwelijk aan te gaan met haar. Omdat Juda het continu uitstelde om haar aan zijn derde zoon te geven, verkleedde Tamar zich als een prostituee, om haar identiteit te verbergen, opdat Juda zelf gemeenschap met haar zou hebben. In Tamar zien we het besef van zonde.
Rachab
was een hoer. Maar zij getuigde van haar geloof in de grote daden van Israëls God.
Ruth
was een buitenlandse. En die mochten nooit en te nimmer in Israel worden opgenomen. Toch staat ze, als voorbeeld van de genade, in het geslachtsregister.
Bathseba
is de vrouw voor wie de gelovige David zondigt. Het wordt hem vergeven.
Maria
Werd uitverkoren om de moeder Gods te zijn.
De bekering van een christen heeft twee componenten:
· Bekering is principieel eenmalig: de reiniging van de zonde is eens en voor altijd.
· Bekering heeft een dagelijkse component, en moet worden uitgewerkt met diep ontzag voor God.
De vraag voor ons christenen is dus: zijn we nog zondaars? In vers 21 lezen we zij zal een zoon baren en jij zult als zijn naam uitroepen: Jezus!- de Heer redt; want hij zal zijn gemeente redden van hun zonden! Jezus is onze Redder en Vergever. Maar het is niet de bedoeling dat we vervolgens elke dag onze klassieke portie zonde nog doen. Ook daarvan wil Jezus ons bevrijden.
Paulus legt dat helder uit in Romeinen 6. Hij stelt in vers 4 Dus zijn wij met hem begraven door de dompeling in de dood, opdat …….. ook wíj in vernieuwing van leven zullen wandelen. En vervolgt twee verzen verder dat ons oude mens-zijn medegekruisigd is opdat het lichaam van de zonde buiten werking wordt gesteld.
Die boodschap is radicaler dan we wel denken. Onze principiële en eenmalige bekering impliceert dat we dood zijn voor de zonde maar levend voor God in Christus Jezus.
In Romeinen 7 en 8 werkt Paulus dat thema verder uit. In hoofdstuk 7: 23 rept hij van een andere wet die strijd voert tegen de wet van mijn verstand en mij een gevangene maakt in de wet der zonde die ik in mijn leden heb. Met andere woorden: ik wil de zonde wel nalaten, maar het lukt me niet. Om een paar verzen verder te juichen: Want de wet van de Geest, van het leven in eenheid met Christus Jezus, heeft je vrijgemaakt van de wet van de zonde en de dood.
Galaten 5 spoort ons aan te wandelen door de Geest. De oplossing ligt niet in eindeloos zelf worstelen. Maar in het volgen van de Heilige Geest. Die niet dwingt, maar wel waarschuwt. Die eindeloos geduld met ons heeft. En ons wil helpen om ons dagelijks leven te wijden aan de Heer Jezus. In vernieuwing van leven.
o verraad, o dubbel spel: wat ik niet wil doe ik wel.
Uit Jesu, der du meine Seele, vertaling Ria Borkent: Jezus heeft mijn ziel gegrepen