Preek zondag 5 januari 2014

0 false 21 18 pt 18 pt 0 0 false false false /* Style Definitions */ table.MsoNormalTable {mso-style-name:Standaardtabel; mso-tstyle-rowband-size:0; mso-tstyle-colband-size:0; mso-style-noshow:yes; mso-style-parent:””; mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt; mso-para-margin:0cm; mso-para-margin-bottom:.0001pt; mso-pagination:widow-orphan; font-size:12.0pt; font-family:”Times New Roman”; mso-ascii-font-family:Cambria; mso-ascii-theme-font:minor-latin; mso-fareast-font-family:”Times New Roman”; mso-fareast-theme-font:minor-fareast; mso-hansi-font-family:Cambria; mso-hansi-theme-font:minor-latin;}

… zegt onderweg iemand tot hem: ik zal u volgen waarheen u ook gaat!

Als een hert dat verlangt naar water…..” zongen we. Een lied van verbondenheid met onze Heer. Onze heer, die het levens water is. Die bij de put (Joh. 4) daarover spreekt met de Samaritaanse vrouw. En die in het laatste hoofdstuk van de bijbel daarvan nog eens spreekt.

We lezen uit Lukas 5: 1 – 11 de geschiedenis van de wonderbare visvangst. Lukas schrijft heel beeldend. Bijna zoals een schilder met lijnen en kleuren zijn weergave overbrengt, zo doet Lukas dat met zijn woordkeuze.

Lukas schildert de geboorte van Jezus (hfdst 1, 2). En dan zijn doop in de Jordaan (hfdst 3). Zijn verzoeking in de woestijn (hfdst 4). Lukas schildert hoe Jezus als zoon van Adam kwam om de satan te binden (hfdst 11: 22). Alles en iedereen behoorde aan satan toe. Maar nu kwam God zelf op aarde om de wapenrusting van satan te ontmantelen. Het was de eerste Adam die in de meest ideale omstandigheden – de tuin ven Eden – faalde. Het was Jezus – de tweede Adam – die overwon in de meest beroerde omstandigheden, in de woestijn. In hoofdstuk 11 van Lukas treedt Jezus op en is hij zowel de onderwijzer als het onderwerp van het onderwezene.

In hoofdstuk 5 komen de mensen niet bij Jezus omdat hij brood uitdeelt of om genezing te ontvangen. De mensen komen om het woord van God te horen. En dat woord is nog steeds wat nodig is. Wat Nederland nodig heeft. En het enige middel om dat woord tot je te nemen is het lezen van de bijbel.

Jezus staat bij het meer en ziet twee vissersbootjes. De vissers zijn bezig met hun werk: de vissers zijn eruit gestapt en maken de netten schoon. Dat zie je vandaag de dag nog in alle vissersplaatsen. Vissers zullen je vertellen dat een vuil net de beste garantie is voor een slechte vangst. Zo zullen ook wij moeten zorgen dat we rein zijn. Dat we gewassen zijn door het woord van God en dat dagelijks toepassen in ons leven.

Jezus stapt in de boot en geeft vanaf het water onderricht aan de verzamelde menigte. De boot is die van Simon. Die verlangde naar visvangst, zoals in het hart van veel mensen er verlangen is naar een eeuwig leven. Maar op dat moment was er wat de visvangst betreft voor Simon en zijn collegae geen hoop meer. Het is dag, en dan wordt er geen vis gevangen.

Als Jezus ophoudt met spreken zegt hij tegen Simon: vaar naar het diepe en laat daar jullie netten neer voor de vangst! Een merkwaardige opdracht. Ten eerste is het dag en ten tweede wordt er in diep water al helemaal geen vis gevangen. Petrus ziet er dan ook weinig heil in: meester, heel de nacht hebben wij gezwoegd en niets kunnen meenemen,- maar omdat u het zegt zal ik de netten neerlaten!

Als Petrus doet wat de Heer van hem vraagt, is het de Heer die de vissen in het net roept. Wat voor ons onmogelijk lijkt, of soms zelfs volkomen nutteloos, kan door de Heer geweldig worden gezegend.

En Petrus roept vervolgens zijn medevissers te hulp: ze wenken hun maats in de andere boot

om hen te komen helpen; die komen en vullen elk van beide boten tot zinkens toe. Anderen delen in de zegen die Petrus ontvangt.

Petrus is verbijsterd door de gebeurtenissen. Hij beseft wie er tegenover hem staat en vraagt de Heer om weg te gaan. Maar Jezus zegt tot Simon: vrees niet!- van nu af zul je iemand zijn die mensen vangt ten leven!

Jezus had al eerder aangekondigd dat dat moment er aan zat te komen (Matth. 4: 19 en Markus 1: 17) en hier breekt dat moment daadwerkelijk aan.

Als Petrus hem Heer noemt, sluit Jezus Petrus in zijn hart. En vanaf dat moment volgt Petrus zijn Heer.

Laten ook wij in dit nieuwe jaar ons volledig wijden aan en ons helemaal richten op Jezus.

Jezus zegt … de mensenzoon heeft niets waar hij zijn hoofd kan neerleggen!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *