0 false 21 18 pt 18 pt 0 0 false false false /* Style Definitions */ table.MsoNormalTable {mso-style-name:Standaardtabel; mso-tstyle-rowband-size:0; mso-tstyle-colband-size:0; mso-style-noshow:yes; mso-style-parent:””; mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt; mso-para-margin:0cm; mso-para-margin-bottom:.0001pt; mso-pagination:widow-orphan; font-size:12.0pt; font-family:”Times New Roman”; mso-ascii-font-family:Cambria; mso-ascii-theme-font:minor-latin; mso-fareast-font-family:”Times New Roman”; mso-fareast-theme-font:minor-fareast; mso-hansi-font-family:Cambria; mso-hansi-theme-font:minor-latin;}
Bij ú, Ene, zoek ik tóevlucht, laat mij voor éeuwig niet wórden bescháamd.
Elia was een profeet die in dienst van God stond. Dat was zijn levensroeping. En in die dienst deed hij geweldige dingen. Denk bijvoorbeeld aan de geschiedenis op de Karmel waar hij voor de God van Israel de overwinning behaalde op de profeten van Baäl. Profetisch spreekt Elia’s zege hier van de overwinning van de Heer Jezus.
Maar dezelfde Elia leert ons ook heel praktische zaken. In 2 Kon. 1: 1 – 18 lezen we hoe koning Achazja een lelijke val maakt en zwaar gewond raakt. Hij laat boden afreizen naar Baäl Zeboeb,- heer der vliegen, de god van Ekron om te vernemen of hij weer beter zal worden. Die boden komen onderweg Elia tegen die zegt:
is er soms geen God in Israël dat ge heengaat om een vraag te stellen bij Baäl Zeboeb,- de god van Ekron?- daarom, zó heeft gezegd de Ene: het bed waar je opgeklommen bent, daarvan zul je niet afdalen, want sterven, ja sterven zul je!
Achazja stuurt vervolgens vijftig soldaten op Elia af. Ze worden door vuur van de hemel verteert, en een tweede groep ook.
De hoofdman van de derde groep smeekt Elia om genade; Elia raadpleegt God en gaat met hem mee naar de koning, en herhaalt zijn boodschap dat Achazja zal sterven.
Een heftige geschiedenis. Zoiets zou vandaag de dag alle krantenkoppen en Nu.nL absoluut halen. Wat kunnen wij christenen uit de eenentwintigste eeuw daar van leren?
Onze God is een verterend vuur. Achazja leerde niks van de fouten van zijn voorouders. Van vader-op-zoon leefden die in toenemende mate goddeloos. Van Achazja staat er Hij dient de baäl
en onderwerpt zich aan hem; hij krenkt de Ene, Israëls God, in alles zoals zijn vader heeft gedaan.
Een sterke uitdrukking: hij krenkt de Ene, Israëls God, Misschien was Achazja er wel bij, op de Karmel. Had hij Gods overwinning gezien. Maar hij wilde duidelijk niet God als zijn Heer erkennen.
Dan valt hij uit een raam en raakt levensgevaarlijk gewond. Hij is bang dat hij dood gaat. En zoekt zekerheden: hij wil weten waar hij aan toe is. Heel menselijk overigens. We hebben dat allemaal. Onzekerheid hoe het verder moet. Met jezelf. Met je partner. Met je kinderen. Met de gemeente. Twijfels besluipen je.
Achazja zoekt inzicht bij een vreemde god. Bij Baäl Zeboeb,- heer der vliegen, de god van Ekron. Alsof er in Israel geen God is.
Misschien willen ook wij wel graag zekerheden. Onzekerheid kan geweldig aan je vreten. Maakt dat je je ellendig en ongelukkig voelt. Dat je wanhopig wordt.
De vraag is waar we onze zekerheid zoeken in zulke situaties. Wereldwijd zoeken mensen op alle mogelijke plaatsen zekerheid. Zoeken naar de zingeving van hun leven. In hun onzekerheid raadplegen ze het halve internet. En vinden daar van alles en nog wat. Maar of dat echt helpt?
Onzekerheden hebben wij ook. Christenen worden daar niet voor gespaard. Maar met onze onzekerheid kunnen wij terecht bij de God van Israel. Laten we niet verder zoeken. Hij heeft alle raad. Hij kent en begrijpt onze twijfel en onze angst. In al onze benauwdheden is ook Hij benauwd. Wij hebben niet een hogepriester die niet kan meevoelen met onze zwakheden.
Geeft God altijd antwoord? Met Filippenzen 4: 6: Weest over niets bezorgd,- nee, laten in alles, in aanbidding en smeking met dankzegging, uw vragen bekend worden bij God.
God zegt niet dat we zullen krijgen wat we vragen. Maar wel dat we vrede zullen hebben: de vrede van God, die alle denken te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaren in Christus Jezus.
Wees mij een omheining rotsvast waar ik voortdurend kan komen,