Preek zondag 4 maart 2012

0 false 21 18 pt 18 pt 0 0 false false false /* Style Definitions */ table.MsoNormalTable {mso-style-name:Standaardtabel; mso-tstyle-rowband-size:0; mso-tstyle-colband-size:0; mso-style-noshow:yes; mso-style-parent:””; mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt; mso-para-margin:0cm; mso-para-margin-bottom:.0001pt; mso-pagination:widow-orphan; font-size:12.0pt; font-family:”Times New Roman”; mso-ascii-font-family:Cambria; mso-ascii-theme-font:minor-latin; mso-hansi-font-family:Cambria; mso-hansi-theme-font:minor-latin; mso-fareast-language:EN-US;}

Wij reizen met elkander, wij wand’len hand in hand;

 

 

Harry Lloyd Hopkins was in de Tweede Wereldoorlog de persoonlijke gezant van de Amerikaanse president Franklin Delano Roosevelt. Door zijn ziekte (kinderverlamming) was de president nauwelijks in staat om te reizen. Des te meer maakte hij gebruik van Hopkins. De president had geen trouwere dienaar. Hopkins werd door leiders als Churchill, Stalin en ook Chang Kai-shek volkomen vertrouwd. Hopkins werd in 1941 naar Engeland werd gestuurd om te bekijken hoe dat land er materieel en politiek voor stond. Bij her diner ter gelegenheid van zijn vertrek stond Hopkins op om een toast uit te brengen. ‘Ik neem aan dat je wilt weten wat ik ga aan president Roosevelt ga zeggen bij mijn terugkeer’ zei hij tegen Churchill. ‘Welnu, ik citeer u een vers uit het Boek der Boeken …, “waar Gij heengaat, zal ik heengaan, en waar gij zult vernachten zal ik vernachten, uw volk is mijn volk en uw God is mijn God.”’

Amerika nam de Leen-en-Pachtwet aan, waarmee de geallieerden werden ondersteund.

In Philippenzen 2 lezen we iets soortgelijks. Paulus zit in de gevangenis en kan niet reizen. Hij maakt zich zorgen over de situatie in de gemeente van Philippi. Hij roept hen op eensgezind te zijn en om samen te strijden door het geloof in het evangelie. En om nu te vernemen hoe de situatie in Philippi er voor staat, stuurt Paulus een afgezant – Timoteüs – die hij volkomen verrouwt (2: 20) Want ik heb niemand die zo eensgeestes is en betrokken voor uw zaken zorg zal dragen. Een Hopkins ‘avant la lettre’.

Een afgezant van Christus – want dat was Timoteüs – heeft twee kenmerken:

· Hij moet volkomen vertrouwd kunnen worden

· Hij moet het belang van anderen op zijn hart dragen.

 

Paulus stuurt dus Timoteüs. Paulus is ongerust over de gemeente. Hij schrijft (1: 1) aan alle heiligen in Christus Jezus te Filippi, met opzieners en diakenen. Als het gaat om de eenheid in de gemeente hebben we allemaal onze verantwoordelijkheid. Maar daarin worden wel weer verschillende groepen onderscheiden, met eigen specifieke taken daarbinnen.

Paulus is ervan overtuigd dat Timoteüs met goede berichten zal komen. En als er van onze gemeente nu eens een momentopname gemaakt zou worden? Zou er dan ook een goed bericht verwacht mogen worden? Zou er het beeld van eenheid uit naar voren komen? Kunnen onze leiders hun taak uitoefenen zoals dat de Bijbelse bedoeling is?

Paulus stuurt Timoteüs omdat die zich om de gemeente bekommert zoals Paulus dat zelf zou doen. Timoteüs is niet uit op eigen belang. De meeste anderen wel, zegt Paulus (2: 21): Want allen zoeken

hun eigen belangen niet die van Christus Jezus.

Lot is een voorbeeld van iemand die het eigenbelang vooropstelt. Als Abraham en hij moeten kiezen waar hun activiteit voort te zetten, is Lot er als de kippen bij om als eerste te kiezen. Uit puur eigenbelang.

Voor een dienaar van Christus geldt dat het belang van de gemeente altijd voorop moet staan. Wij zijn gezanten van Christus, en hij verloochende elk eigenbelang. Timoteüs diende met Paulus in de verkondiging van het evangelie (2: 22) als een kind met een vader. Veel inniger kan het niet gezegd worden. Paulus trok door veel gevaren van plaats naar plaats. En Timoteüs volgde, als een kind. Dat is nou niet meteen de beste manier van optreden als je carrière wilt maken. En je eigen toekomst vooropstelt. Maar in het koninkrijk van God gelden andere regels dan in de wereld van vandaag.

Timoteüs ging niet voor zijn eigen toekomst. Hij had slechts één doel voor ogen: het welzijn van alle gelovigen. En daarom kon Paulus hem zo heel goed gebruiken.

Zouden ook wij zo door Christus gezonden kunnen worden? Met maar één doel voor ogen? Lijken we meer op Lot of meer op Timoteüs? Is het rapport over ons (1: 27) dat ge vaststaat in één geest en met één ziel samen strijdt voor het geloof van de verkondiging. Mag het ons wat kosten?

d’ een zij tot troost de ander op weg naar ’t Vaderland.