Preek zondag 13 februari 2011

 

laat mij toch uw glorie zien!

 

We zingen en spreken nogal eens over “de heerlijkheid van God.” “Heerlijkheid’ is een echt bijbels woord. Als je op zoek gaat in de bijbel kom je ook woorden tegen zoals: glorie, luister, majesteit. Allemaal pogingen om Gods verhevenheid en grootheid te benoemen.

En die heerlijkheid verbergt God niet. Integendeel (Joh. 1 :14): Het spreken is vlees-en-bloed geworden en heeft bij ons zijn tent opgeslagen; wij hebben zijn glorie aanschouwd, een glorie zoals eigen aan de eniggeborene van bij de Vader;- vol van genade en waarheid. We hoeven niet bang te zijn voor de heerlijkheid van God. Dat Hij in zijn schoonheid in zijn mooi-zijn heel dicht naar ons toe wil komen en ons wil omstralen, dat is de heerlijkheid van God die zichtbaar werd toen Jezus werd geboren op aarde! Als wij de heerlijkheid van God willen zien, dan moeten we bij Jezus zijn. Alleen in Jezus Christus kunnen wij nu de heerlijkheid van God zien, door zijn Heilige Geest. De aanwezigheid van God in zijn heerlijkheid, die zien we in Jezus Christus door zijn Geest.

Dat is mooi natuurlijk: te weten dat God een overweldigende heerlijkheid heeft. Maar betekent dat ook wat in de praktijk? Kunnen we die luister en majesteit ook werkelijk zien? Wel degelijk schrijft Paulus aan d gelovigen in Korinthe (2 Kor. 3 : 18): En wij allen, die met onbedekt aanschijn de heerlijkheid des Heren weerspiegelen, worden naar datzelfde beeld van gedaante veranderd, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dat is door de Heer die Geest is.

Bij de bruiloft in Kana doet Jezus zijn eerste wonder, en (Joh. 2 : 11): zo laat hij zijn glorie verschijnen en komen zijn leerlingen tot geloof in hem. Jezus zorgt ervoor dat het feest geen einde neemt. Dat doet hij ook voor ons: hij maakt alles mooi en heerlijk. En geeft een toekomst die groter is dan wij ons kunnen voorstellen.

Maar als we nou niet zo een onbedekt aangezicht hebben? Als we kampen met wat de bijbel noemt “een bedekking?” Wanneer we worstelen met blokkades? Bijvoorbeeld in de vorm van zonden? Als verbitterdheid ons in de greep houdt? Of egoïsme bij ons op de voorgrond staat? Of als er onreinheid is in het leven? Of als we worstelen met een blokkade in de vorm van pijn die we binnen in ons hebben? Met gekwetstheid die ons is aangedaan? En die we met alle inspanning proberen weg te drukken? Of soms ook met wonden die we koesteren. Die we eigenlijk wel fijn vinden. Want dan kunnen we nog eens over een ander klagen.

Of als we het allemaal heel goed willen snappen? Dat we de heerlijkheid van God willen definiëren en zo grijpbaar maken? En het maar moeilijk op een rijtje krijgen (en dan besluiten de kat nog maar een poosje uit de boom te kijken: dan blijft de bedekking mooi zitten. Ons verstand schiet schromelijk te kort als het gaat om het begrijpen van het werk van de Heilige Geest van Jezus Christus in ons leven die ons de heerlijkheid van God laat zien. Dat kun je niet snappen! En als je het wel wilt snappen, dan is dat een bedekking in je leven die los gemaakt moet worden.

Blokkades zijn er dus vele. De gelovigen in Kolosse liepen daar ook tegenop. Ze waren bezig om grieks-filosofische invloeden te verweven met het christelijk geloof. Paulus bidt voor de gelovigen daar (Kol. 1 : 10): opdat ge zult wandelen, waardig aan de Heer, Want daarmee begint alles. En hoe moeten we dat klaarspelen? Waar kunnen we dat leren? Dat kan noet, schrijft Paulus: want je hebt het al! Door prestatie kun je je dat niet verwerven. Je krijgt het van (Kol. 1 : 12): de Vader die u bekwaam heeft gemaakt om te delen in het erfgoed van de heiligen in het licht. In de verzen 15 t/m 20 die volgen beschrijft Paulus Gods heerlijkheid, in de persoon van Jezus Christus. Die is namelijk:

· Het beeld van de onzichtbare God

· De eerstgeborene van alle schepping

· Alles is door hem en tot hem geschapen

· En hij neemt altijd de eerste plaats in

Laten we kijken naar Jezus’ heerlijkheid. Opdat hij groter en belangrijker voor ons wordt. Want op die manier zal zijn heerlijkheid meer en meer in ons komen. En zal ons leven zich daardoor meer in zijn richting ontwikkelen.

 

hier is een plaats bij mij; opstellen zal ik je op de rots;